EMDR 2.0 klinkt als de upgrade van een softwareprogramma of de nieuwste versie van een online game. En laat dat nou precies zijn wat EMDR 2.0 is: standaard EMDR-therapie maar dan nóg doeltreffender! Met een aantal vindingrijke handvaten voor therapeuten kan de effectiviteit van de therapie naar een hoger niveau getild worden.
Wat is EMDR 2.0?
De afgelopen jaren is helder geworden dat een zwaardere werkgeheugenbelasting tijdens de EMDR-behandeling actief helpt bij het verzachten van de nare herinneringen. De verzameling van methodes om het werkgeheugen steviger te belasten wordt ook wel EMDR 2.0 genoemd. In feite is EMDR 2.0 niet anders dan reguliere EMDR-therapie; er worden enkel extra hulpmiddelen ingezet om het werkgeheugen hoger te belasten en zo de effectiviteit van de therapie te vergroten.
Verschillende onderdelen van EMDR 2.0
EMDR 2.0 omvat een aantal technieken die erop gericht zijn zich zoveel mogelijk op te dringen aan het werkgeheugen. Op deze manier wordt er plaats gemaakt voor nieuwe (minder pijnlijke) herinneringen. Voorbeelden van deze technieken zijn:
- EMD-KNALLER – Tijdens de sessie met EMD-knaller voert de patiënt afleidingstaken uit, bijvoorbeeld door het tikken op de eigen bovenbenen. Vervolgens wordt de patiënt gevraagd het traumabeeld naar voren te halen en hier met ogen dicht de volle aandacht op te houden. Het is de bedoeling dat de patiënt de afleidingstaak voortdurend blijft uitvoeren. De patiënt opent op eigen initiatief de ogen als het beeld de volledige aandacht heeft en er gefocust kan worden op de akeligste details. De behandelaar kan vervolgens de snelle oogbewegingen inzetten. Deze procedure kan naar wens en met verschillende afleidingstaken worden herhaald.
- FLASHTECHNIEK – Bij een EMDR-sessie waarin gebruikt wordt gemaakt van de Flashtechniek hoeft de patiënt zijn herinnering nog niet in het werkgeheugen te plaatsen. De patiënt houdt deze alleen ergens in het achterhoofd en na enkele oogbewegingen wordt een glimp van deze herinnering heel kort in het werkgeheugen geplaatst. Vervolgens wordt de herinnering weer aan de kant gelegd. Dit wordt net zo vaak herhaald tot de patiënt zich veilig genoeg voelt om de herinnering langer dan één of enkele momenten vast te houden. Het doel is dat de patiënt ondervindt dat hij zelf de controle over deze herinnering heeft. Als dit is gelukt kan de herinnering langer in het werkgeheugen geplaatst worden en kan de reguliere EMDR-behandeling starten.
- MODALITEIT-SPECIFIEKE BELASTING – Als een patiënt bij een herinnering voornamelijk last heeft van visuele beelden, dan is het uitvoeren van een visuele taak effectiever dan het uitvoeren van een auditieve taak. Andersom geldt bij auditieve herinneringen dat de patiënt minder baat heeft bij visuele taken. Het uitvoeren van een ritme of het horen van geluiden is dan effectiever. Niet zo voor de hand liggend is een olfactorische taak, maar ook hierbij blijkt dat de EMDR-therapie doeltreffender is als de patiënt tijdens de oogbewegingssessies verschillende geuren opsnuift. Al deze zijn voorbeelden van modaliteit-specifieke belasting, ofwel belasting gericht op de zintuiglijke verschijningsvorm van de herinnering.
Theorie achter de methode
De werkgeheugentheorie is de these die de meeste wetenschappelijke ondersteuning heeft voor de effectiviteit van EMDR. Tijdens de EMDR-sessie wordt het kortetermijngeheugen aan het werk gezet terwijl de patiënt een traumatische herinnering in het vizier heeft. Door het uitvoeren van de taken verzwakt de aandacht voor de herinnering. Deze wordt vervolgens in een mildere vorm weer opgeslagen in het langetermijngeheugen. Het is dan een logische volgende stap om de belasting van het werkgeheugen nog groter te maken, door niet alleen de oogbewegingen uit voeren, maar tegelijkertijd andere prikkels te laten ervaren. Hierdoor wordt de druk op het werkgeheugen vergroot en daarmee ook de kans van slagen van de therapie.
Effectiviteit
Nu rest de grote vraag: Hoe doeltreffend is deze upgrade van de reguliere EMDR nou eigenlijk? In het Psychotrauma Expertisecentrum (Psytrec) in Bilthoven ziet psycholoog Ad de Jongh dat patiënten met de vernieuwde methode over het algemeen sneller behandeld kunnen worden. “Sommige herinneringen zeggen al na 5 minuten krak”, zegt hij in een interview met de Volkskrant. In Bilthoven geneest 70% van de patiënten met PTSS door middel van minder dan 10 EMDR-sessies.
Suzy Matthijsen toonde in eerder onderzoek al aan dat visuele herinneringen het beste behandeld kunnen worden met visuele taken tijdens de EMDR-sessie, en auditieve herinneringen met auditieve taken. GZ-psycholoog Matty Geurink testte dit in de praktijk met een olfactorische taak bij een patiënt die last van herbelevingen had waarbij geur een sterke rol speelde; zijn broer had zelfmoord gepleegd en hij kon de sterke stank van het lichaam niet uit zijn gedachten krijgen. In EMDR Magazine 14 beschrijft Geurink haar bevindingen: “Hoewel het via de normale route niet lukte, waren er nu twee sessies nodig om bij beide beelden de SUD naar 0 te krijgen. De nachtmerries en herbelevingen van de suïcide van Karel zijn nu verdwenen.”
De bevindingen en onderzoeksresultaten van deze psychologen zijn ruim voldoende reden om aan te nemen dat EMDR 2.0 uiterst effectief is. Nu is het slechts wachten op een nieuwe doorbraak: wanneer komt de release van EMDR 3.0?